Woorden of spreekwoorden met 'kerk'
12 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `kerk`
- de dader ligt op het kerkhof (=de schuldige is niet te vinden)
- de kerk in het midden laten (=bij een meningsverschil geven beide personen wat toe om het eens te worden)
- de kogel door de kerk laten gaan (=de beslissing nemen)
- grijze haren zijn kerkhofsbloemen. (=als je grijze haren krijgt, ben je niet zo ver van het kerkhof)
- hij kijkt er naar uit als de pastoor naar het geld in het kerkenzakje (=hij kijkt ergens vol verwachting naar uit.)
- in de kerk geboren zijn (=de deur open laten staan)
- in geen kerk of kluis komen (=niet godsdienstig zijn)
- voor het zingen de kerk uit (=coïtus interruptus.)
- wie plast tegen de kerk, gaat gevaarlijk te werk (=een wandaad met verstrekkende gevolgen)
- zachte winters vette kerkhoven (=zachte winters geven vaak aanleiding tot meer ziekten dan strenge winters)
- zo arm als een kerkmuis/kerkrat (=straatarm)
- zo hongerig als een kerkrat/kerkmuis (=heel hongerig zijn)
2 betekenissen bevatten `kerk`
- grijze haren zijn kerkhofsbloemen. (=als je grijze haren krijgt, ben je niet zo ver van het kerkhof)
- een duit in het zakje doen. (=een kleine bijdrage leveren. Historisch de kleinst mogelijke gave in het collectezakje van de kerk.)
Het dialectenwoordenboek kent 89 spreekwoorden met `kerk`
- Zeeuws: ie ei zowat een kerkbanke versleten (=trouwe kerkganger)
- Genneps: Zó é.rm zien as 'n luus (=zo arm als een kerkrat)
- Roois (Sint-Oedenrode): Ut Straotje (=Café in de kerkstraat in Sint-Oedenrode.)
- Zeeuws: Nie tegen de kerk pissen, da droogt nooit meer (=Geen ruzie maken met de pastoor/kerkbestuur, want dat vergeten ze nooit)
- Zeeuws: die is in de kerke gebooren (=iemand die veel nar de kerk gaat ( Axel ))
- Genneps: Rö.ste ien 't pie.rekuuleke (=Op het kerkhof liggen)
- Zeeuws: t is net un ofhebrand kerkof (=slecht gebit)
- Venloos: ze haet het kerkbook aope liggen (=hitsige vrouw)
- Venloos: de parade is door de kerkstraot (=de bevalling is gelukt)
- Roois (Sint-Oedenrode): Ut Straotje (Zo heet ok ut café, dè dor in de awe winkel van kruidenier Keetels is gekomme) (=De kerkstraat in Rooij)
- Veurns: 't Was lik en oedewuufs kerkgank (='t Was een saie bedoening)
- Geluws: Ie ligt bachten Pol Huyghes (=Hij ligt begraven op het kerkhof)
- Iepers: Bie Scherre goan liggen (=op Iepers kerkhof begraven worden)
- Munsterbilzen - Minsters: twor nen diens mèt draaj heire (=de kerkdienst duurde lang)
- Oudenbosch: dur groeit gras op zunne buik (=op het kerkhof begraven liggen)
- Westerkwartiers: d'r benn'n meer huuz'n dan kerk'n (=je vindt altijd wel onderdak)
- Westlands: kan nie leg op ut kerkof en kennie legtur naast (=alles is mogelijk)
- St Huibrechts-Hern: touwn zen hiene huu (=toon zijn kippen hoeden (begraven worden op oud kerkhof))
- Kerkdriels: de juut (=politie)
- Herns (Herne, VL-B): a droetj lek ne noan op de kerktoeren (=naar de mond praten)
- Oudenbosch: dan le-de allaang op ut kerkof (=dat maak je niet meer mee)
- Westerkwartiers: de doader lijt op 't kerkhof (=niemand heeft het gedaan)
- Westerkwartiers: loov'm doe'j ien 'e kerk (=geloven doe je in de kerk)
- Zeeuws: bi j wigestierd (=de kerk is vroeg uit)
- Sint-Niklaas: de nieve keirk (=Onze Lieve Vrouw kerk)
- Sint-Niklaas: daa keirk (=Sint Niklaas kerk)
- Tilburgs: in die kèèrek is plòts genogt (=in die kerk is genoeg plaats)
- Zeeuws: ie stoeng voet borretje (=voor in de kerk)
- Munsterbilzen - Minsters: tès ènde sekosj (=de kogel is door de kerk)
- Roermonds: Truuj, trek truuk !! (=Vóór het zingen de kerk uit)
- Kerkdriels: meer buil és tabak (=gebakken lucht)
- Kerkdriels: zigeunerbuil chips (=grote zak chips)
- Kerkdriels: kzij blij toe (=ik ben maar wat blij)
- Sint-Katelijne-Waver: Van de preekstoel vallen (=Huwelijk afkondiging in dekerk)
- Westerkwartiers: preek'n veur stoel'n en baank'n (=voor een (bijna) lege kerkpreken)
- Kerkdriels: tot de pruimetijd wor (=tot ziens)
- Kerkdriels: wanne kwats (=Wat een onzin)
- Buggenhouts: hei droit gelaik den haun oep de kerktoren (=iemand die steeds de zijde van de meerderheid kiest)
- Kerkdriels: ut is ok gekkewerk ok wor (=daar is geen beginnen aan!)
- Roermonds: Truuj trek truuk, dao kump eine ummer sjpies.. (=Voor het zingen de kerk uit)
- Westfries: Kweet geniesen of ie vurft is of teert. (=Zegt iemand die nooit in de kerk komt)
- kerkdriels: D'n dood is er nie mee gemoeid (=Het valt wel mee)
- Kerkdriels: Ik pik 't af (=Ik ga kapot van de hitte.)
- Kerkdriels: Wies ze wa ze wouw (=Weet ze wat ze wil)
- Kerkdriels: van wie zijde gij d'r ene? (=wie zijn jouw ouders?)
- Texels: De kerk is gróóter òs de toore (=De vrouw is groter dan haar man)
- Westerkwartiers: de kugel is deur de kerk (=de beslissing is genomen)
- Westerkwartiers: de kuugel is deur de kerk (=de beslissing is genomen)
- Riekevorts: vur ut zinge de kerk uut (=coitis interuptis)
- Brabants: bij ut kruske de kerk uitgaon (=voortijdig vertrekken)
Bronnen
De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.
Op woorden.org is de uitleg ingekort en is herkomst van spreekwoorden en gezegden weggelaten.
Zie ook: Het boek `De Latynsche spreekwyzen` uit 1755 met oud-Nederlanse vertalingen