Kerk en dorp Heerewaarden                                                    
 

Romeinse  Tijd

Oudste Romeinse tegenwoordigheid in ons land vlak bij Heerewaarden

Tot voor kort plaatste men de oudste tegenwoordigheid van de Romeinen in Nederland in Nijmegen of Maastricht. Maar in 2015 onthulde de archeoloog Nico Roymans dat de oudste tegenwoordigheid van Romeinen in ons land zich bevindt op enkele honderden meters van Heerewaarden richting Kessel. In het gebied tussen Alem en Lith waren al veel vondsten  en ) gedaan, zelfs van veel schepen, die trouwens nog niet allemaal zijn opgegraven.( zie ook hier.)
Roymans ontdekte dat in de oostelijke bedding van de Maas (rode streep), nu de Lithse Ham, 

veel botresten met verwondingen werden gevonden evenals speren en andere oorlogswapens. Dit alles stamt uit de eerste eeuw voor Christus. De datum kon zelfs nog specifieker worden aangegeven, omdat Roymans de opgravingen linkte aan een tekst van de veldheer Julius Caesar in zijn De bello Gallico. Daar schrijft Caesar hoe in 55 voor Christus twee Germaanse stammen, de Tecteri en Usipetes, bedreigd door een andere stam, asiel aanvroegen bij Caesar en vanuit het Oosten kwamen om met hem te onderhandelen. Van deze barbaarse stammen moest Caesar niets hebben en hij viel hen aan, ondanks de wapenstilstand, met maar liefst 8 legioenen plus cavalerie.

Het werd een gigantische slachting onder mannen, vrouwen en kinderen zonder nog de vele slachtoffers te noemen die verdronken zijn.
Caesar vermeldde dit als volgt in boek vier 14 en 15.


De Bello Gallico
Vierde boek
Caesar werpt de door de Sueben verdrongen Usipeten en Teukteren over den Rijn terug, slaat een brug over den Rijn en betreedt voor de eerste maal den Duitschen bodem. Daarna steekt hij naar Britannië over (55 v. Chr.).

14. "Acie triplici instituta et celeriter VIII milium itinere confecto, prius ad hostium castra pervenit quam quid ageretur Germani sentire possent. Qui omnibus rebus subito perterriti et celeritate adventus nostri et discessu suorum, neque consilii habendi neque arma capiendi spatio dato perturbantur, copiasne adversus hostem ducere an castra defendere an fuga salutem petere praestaret. Quorum timor cum fremitu et concursu significaretur, milites nostri pristini diei perfidia incitati in castra inruperunt. Quo loco qui celeriter arma capere potuerunt paulisper nostris restiterunt atque inter carros impedimentaque proelium commiserunt; at reliqua multitudo puerorum mulierumque (nam cum omnibus suis domo excesserant Rhenum transierant) passim fugere coepit, ad quos consectandos Caesar equitatum misit.

14. Na een snellen marsch van acht mijlen bereikte hij in drie slagorden het vijandelijk kamp, nog vóórdat de Germanen een vermoeden konden hebben van hetgeen er voorviel. Ons snel verschijnen, de afwezigheid der hunnen, de onmogelijkheid te beraadslagen en naar de wapenen te grijpen; dit alles verbijsterde hen plotseling en zij wisten in hun ontsteltenis niet, wat beter was: tegen den vijand op te rukken, de legerplaats te verdedigen, of hun heil in de vlucht te zoeken. Terwijl hun angst door het geschreeuw en het door elkaar loopen merkbaar was, stormden onze soldaten, verbitterd door de trouweloosheid van den vorigen dag, het kamp binnen. Wie de wapenen nog snel grijpen konden, boden ons korten tegenstand en stelden zich tusschen de wagens en bagage te weer. Maar de overige menigte van kinderen en vrouwen - want zij waren met hun geheel volk uitgetogen en over den Rijn gegaan - begonnen naar alle kanten te vluchten. Te hunner vervolging zond Caesar zijne ruiterij af.

15. Germani post tergum clamore audito, cum suos interfiei viderent, armis abiectis signis militaribus relictis se ex castris eiecerunt, et cum ad confluentem Mosae et Rheni pervenissent, reliqua fuga desperata, magno numero interfecto, reliqui se in flumen praecipitaverunt atque ibi timore, lassitudine, vi fluminis oppressi perierunt. Nostri ad unum omnes incolumes, perpaucis vulneratis, ex tanti belli timore, cum hostium numerus capitum CCCCXXX milium fuisset, se in castra receperunt. Caesar iis quos in castris retinuerat discedendi potestatem fecit. Illi supplicia cruciatusque Gallorum veriti, quorum agros vexaverant, remanere se apud eum velle dixerunt. His Caesar libertatem concessit.

15. Toen de Germanen dat geschreeuw achter zich hoorden en het bloedbad onder de hunnen zagen, wierpen zij de wapenen weg, lieten hun veldteekenen in den steek en stormden uit de legerplaats. Aan de samenvloeiing van Maas en Rijn gekomen, wanhoopten zij aan een verder voorzetten der vlucht. Het grootste deel werd neergehouwen, de overigen sprongen in de rivier, en vonden daar, door schrik, vermoeidheid en de kracht van den stroom overmand, hun graf. De onzen keerden, zonder ook slechts één man verloren te hebben, ongedeerd, slechts met weinige gewonden in de legerplaats terug, na een zoo vreeselijk dreigenden oorlog, daar het getal der vijanden 430.000 man was geweest. Caesar veroorloofde hun, die hij in zijn kamp had gehouden, heen te gaan. Uit vrees, door de Galliërs, wier landerijen zij verwoest hadden, doodgemarteld te worden, verklaarden zij, bij hem te willen blijven. Daartoe gaf Caesar hun vrijheid."                                                                      

Nederlandse vertaling Dr. J.J. Doesburg 
 
(Caesar, De Bello Gallico 4.14-15)

N.B. Het kaartje toont de huidige loop van Maas en Waal bij Kessel en Heerewaarden.               Wat Caesar "Rijn" noemt slaat dus op de huidige Waal. Hetzelfde geldt voor 'samenvloeiing van Maas en Rijn'.

Bronnen: 

N. Roymans, 'A Roman massacre in the far North. Caesar's annihilation of the Tecteri and Usipetes in the Dutch river area', in : M. Fernández-Götz and N. Roymans (eds). Algemeen Dagblad 9.12.2015 Conflict archeology: Materialities of collective violence in late prehistoric and early prehistoric Europe, 167-181, New York, 2018.                                                            Dit artikel verscheen in het Nederlands in het tijdschrift van de Historische Kring Bommelerwaard, jaargang 54, nr. 165, december 2018, bl. 16-20                                                

Trouw 10.12.2015