Kerk en dorp Heerewaarden                                                    
 

 Spreekwoorden NBV

NBV / Cliché past niet bij frisse tekst

door Lodewijk Dros

2004-09-25

Veel zegswijzen stammen - al dan niet letterlijk - uit de Bijbel. Zijn die nog herkenbaar in de Nieuwe Bijbelvertaling die eind volgende maand verschijnt? Trouw ging alvast bladeren. En kwam tot de volgende inventarisatie. 

De Nederlandse taal dankt ettelijke gezegden en spreekwoorden aan oude bijbelvertalingen. Vooral aan de Statenvertaling uit 1637 is het Nederlands schatplichtig. Toch beseft de doorsnee Nederlander nauwelijks dat hij de tale Kanaäns in de mond neemt als hij het heeft over een kuil, voor een ander gegraven, en voor de delver fataal. Hoe herkenbaar zijn de bekendste zegswijzen van bijbelse oorsprong nog in de Nieuwe Bijbelvertaling? 

In de Statenvertaling is ongeveer de helft van dergelijke zegswijzen letterlijk terug te vinden. Dat is in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) gehalveerd: een kwart staat nu nog in de vertaling. Net zoveel gezegden zijn onherkenbaar geworden. Daarmee is het verband tussen tussen spreekwoord en vindplaats verzwakt. 

Aan de andere kant valt op dat de NBV soms juist nadrukkelijk voor herkenbaarheid kiest - zoals de kuil voor een ander en de lust voor het oog. In de helft van alle gevallen zijn de ingeburgerde spreekwoorden nog redelijk goed te herleiden. 

,,We hebben geen spreekwoordenboek vertaald'', zegt neerlandicus Clazien Verheul, ,,maar de Bijbel.'' Verheul is vertaalcoördinator bij het Nederlands Bijbelgenootschap. 

Een speciaal beleid voor staande uitdrukkingen hadden de vertalers niet. ,,Wel was meteen duidelijk: zegswijzen die een eigen leven zijn gaan leiden en een andere betekenis hebben gekregen, zijn niet meer te gebruiken.'' 

Zo sneuvelde 'uit den boze'. ,,Dat betekent nu 'fout, verwerpelijk', maar in de brontekst 'van de duivel'. En de koning van Nineve was niet terneergeslagen, maar hij rouwde. Dus is 'hij zat in zak en as' geen goede weergave. De uitdrukking 'hij is niet van gisteren' is iets anders dan wat Job ermee bedoelt. En bij 'de inwendige mens' denk je aan 'de inwendige mens versterken' ofwel: een hapje gaan eten. In de vertaling staat nu een formulering met 'innerlijk'.'' 

De korenmaat is uit de tijd, maar wie in de NBV hoopt te lezen wat dat voor ding is, komt bedrogen uit. Verheul: ,,We schrikken niet terug voor een moeilijk woord of een vreemd begrip als dat bij de tijd van de Bijbel past. Hadden we er dan 'zet je lamp niet onder een emmer' van moeten maken?'' 

'Alle vlees is gras' is wél verdwenen. Verheul: ,,Het Hebreeuwse woord betekent hier niet 'vlees', maar 'mens'.'' 'Het elfde uur' en 'muggenziften' hebben het daarentegen gehaald. 

,,Biedt de brontekst een levend beeld, iets fris', dan is een gezegde - toch vaak een cliché - geen goede vertaling'', vindt Verheul. ,,Maar het boek Spreuken is vaak spreekwoordachtig, dus kan 'wie een kuil graaft voor een ander...' daar heel goed.'' 

Dat de helft van de staande uitdrukkingen in de NBV nauwelijks meer herkenbaar is, deert Verheul niet. ,,Je kunt wel ach en wee roepen, maar we moeten niet doen alsof iedereen nog de tale Kanaäns spreekt.'' 

In onderstaand overzicht staan eerst de gezegden. Daarop volgt het citaat uit de Nieuwe Bijbelvertaling, , of wat daarvan over is. 

Tot een aanfluiting maken - Ik breng alle inwoners om; ze zullen afschuw en ontzetting wekken (Jer. 23: 9). 

In goede aarde vallen - Er viel wat zaad in goede grond (Mt. 13: 8). 

Met bezemen keren - Wanneer hij terugkeert, merkt hij dat het (huis) leegstaat, schoongemaakt en op orde gebracht (Mt. 12: 44). 

Hij is ziende blind en horende doof - Omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen (Mt. 13: 13). 

Beter een goede buur dan een verre vriend - Een vriend in de buurt is beter dan een broer ver weg (Spr. 27: 10). 

Uit den boze - Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad (Mt. 5: 37). 

Te elfder ure - En zij die er vanaf het elfde uur waren, kwamen naar voren en kregen ieder een denarie (Mt. 20: 9). 

De inwendige mens - Innerlijk stem ik vol vreugde in met de wet van God (Rom. 7: 22). 

Een doorn in het oog - Ze zullen tot stekels in je zij en tot dorens in je ogen worden (Num. 33: 55) 

De fiolen van toorn over iemand uitgieten - Een offerschaal vol met de woede van God (Opb. 15: 7). 

De geest is gewillig, maar het vlees is zwak - De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak (Mt. 26: 41). 

Wie heeft zal gegeven worden - Wie heeft zal nog meer krijgen (Mt. 13: 12). 

Gierigheid/hebzucht is de wortel van alle kwaad - Laat uw leven niet beheersen door geldzucht (Hebr. 13: 5). 

Hij is niet van gisteren - Wij zijn hier pas sinds gisteren en wij weten niets (Job 8: 9). 

De haren rezen hem te berge - De haren rezen mij te berge (Job 4: 15). 

Geen haar op je hoofd zal gekrenkt worden - Niemand van jullie zal een haar worden gekrenkt (Hand. 27: 33). 

De hand in eigen boezem steken - Steek je hand eens in je kleed (Ex. 4: 6). 

Iemand op handen dragen - Hun handen zullen je dragen (Ps. 91: 12). 

Iemands hart stelen - Op die manier palmde hij het volk van Israël in (II Sam. 15: 6). 

Mijn hart draait om in mijn lijf - Mijn hart wordt verscheurd (Klaagl. 1: 20). 

De hond keert terug tot zijn braaksel - Zoals een hond terugkeert naar zijn eigen braaksel, zo herkauwt een dwaas zijn dwaasheid (Spr. 26: 11). 

Geef de keizer wat des keizers is en Gode wat Gods is - Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort (Mt. 22: 22). 

Zijn licht onder de korenmaat zetten - Men steekt geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten (Mt. 5: 15). 

Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in - Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in (Spr. 26: 27). 

Tot in lengte van dagen - Mijn richtlijnen vermeerderen de dagen van je leven (Spr. 3: 1, 2). 

De letter doodt, de geest maakt levend - De letter doodt, maar de Geest maakt levend (II Cor. 3: 6). 

Een lust voor het oog - De vruchten waren een lust voor het oog (Gen. 3: 6). 

De lier aan de wilgen hangen - In de wilgen op de oever hingen wij onze lieren (Ps. 137: 2). 

Met de mantel der liefde bedekken - Sem en Jafet namen een mantel, liepen achteruit de tent binnen en bedekten het naakte lichaam van hun vader, met afgewend gelaat (Gen. 9: 23). 

Door merg en been - Het woord van God dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken (Hebr. 4: 12). 

Muggenziften - Blinde leiders zijn jullie, die uit hun drank de muggen ziften, maar een kameel wegslikken (Mt. 23: 24). 

Er is niets nieuws onder de zon - Er is niets nieuws onder de zon (Pred. 1: 9). 

Door het oog van de naald kruipen - Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van de naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan (Mt. 19: 24). 

De dag des oordeels - De dag van het oordeel (Mt. 10: 15). 

Bij de pakken neerzitten - Issachar is een sterke ezel, liggend tussen de manden (Gen. 49: 14). 

Het is een rib uit je lijf - Terwijl de mens sliep, nam hij (God) een van zijn ribben weg (Gen. 2: 21). 

Paarlen voor de zwijnen werpen - Gooi je parels niet voor de zwijnen (Mt. 7:6). 

De sluizen van de hemel werden geopend - In het zeshonderdste jaar van Noach werden de sluizen van de hemel opengezet (Gen. 7: 11). 

Wel de splinter in het oog van de ander zien, maar niet de balk in zijn eigen - Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? (Mt. 7: 3). 

Tot een spreekwoord worden - U zult voor de inwoners van al die landen waarheen de HEER u verbant een schrikbeeld zijn, en een doelwit voor hun spotwoorden en schimpscheuten (Deut. 28: 37). 

Een steen des aanstoots - Het is een steen waarover men struikelt, een rotsblok waaraan men zich stoot (I Petr. 2: 8). 

Met zijn talenten woekeren - Heer, u hebt mij vijf talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er vijf talent bij verdiend (Mt. 25: 20). 

Ongelovige Thomas - Jezus zei tegen Tomas: Omdat je me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven (Joh. 20: 29). 

De duivel met Beëlzebub uitdrijven - Als ik door Beëlzebul demonen uitdrijf, door wie drijven uw eigen mensen ze dan uit? (Mt. 12: 27). 

In tongen spreken - De kracht om in klanktaal te spreken (I Cor. 12: 10). 

Het kwaad met wortel en tak uitroeien - Geen wortel of tak zal er van hen overblijven (Mal. 3: 20). 

De verzenen tegen de prikkels slaan - Je kwelt jezelf door je zinloze halsstarrigheid (Hand. 26: 14). 

Vette en magere jaren - De zeven mooie koeien zijn zeven jaren. De zeven magere, lelijke koeien staan ook voor zeven jaren (Gen. 41: 26,27). 

Alle vlees is als gras - De mens is als gras (Jes. 40: 6). 

Hunkeren naar de vleespotten van Egypte - Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte, daar waren de vleespotten tenminste gevuld (Ex. 16: 3).

 In iemands voetstappen treden - Treed in de voetsporen van hem (I Pt.2: 21). 

Aan de vruchten kent men de boom- Aan de vruchten herkent men de boom (Mt. 12: 33). 

De verboden vrucht - God legde een tuin aan met bomen met heerlijke vruchten. 'Van alle bomen in de tuin mag je eten, maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad' (Gen. 2:9, 17). 

Wie niet werkt zal ook niet eten - Wie niet wil werken, zal niet eten (II Tess. 3: 10). 

Nieuwe wijn in oude zakken - Evenmin giet men jonge wijn in oude leren zakken (Mt. 9: 17). 

In zak en as zitten - De koning van Nineve legde zijn staatsiegewaad af en ging, gehuld in een boetekleed, op de grond zitten (Jona 3: 6). 

Zalig - Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen (Ps. 1: 1). 

Een zondebok - De bok die door het lot bestemd is voor Azazel moet verzoening bewerken, en daarna de woestijn in worden gestuurd, naar Azazel (Lev. 16: 8). 

Wie zonder zonde is, werpe de eerste steen - Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen (Joh. 8: 7). 

Wie het zwaard opneemt, zal door het zwaard vergaan - Wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen (Mt. 26: 52).

Zie ook:  hier